De werken uit deze serie worden gekenmerkt door een kentering in de perceptie van het creatieve proces. Ik heb mij van de traditionele benaderingen losgemaakt zodat ik “failing forward” spelenderwijs telkens weer het wiel opnieuw uitvind. Efficiënt is deze werkwijze niet, maar na een kwart eeuw van educatieve omzwervingen en menig moment van wanhoop heb ik mijn methode gevonden.
Op de vakschool voor edelsmeden waar ik goudsmeden studeerde, werd elke vorm van creativiteit die richting het conceptuele neigde meedogenloos afgestraft als zijnde prutswerk. Of het kreeg het label “ondraagbaar”, wat gelijk stond aan waardeloos waar het de mening der vaklui betrof. Maar vooral lelijk. Lelijk, want iedereen weet wat mooie sieraden zijn toch? Op de kunstacademie werd het streven naar schoonheid juist weggezet als een afleiding van het concept en het “mooi” vinden of maken van kunst was wel de meest dodelijke opmerking die aan het werk verbonden kon worden.
Deze dogma’s mengden zich als olie en water en na veelvuldig falen deze werkwijzen te verenigen kwam ik tot de conclusie dat ik beter mijn eigen plan kon trekken. De kunst verlaten voor de wetenschap leek dan ook een logische stap. Objectieve, onderzoeksgerichte benadering van kunst aan de hand van eindeloze interviews en literatuuronderzoek lag mij echter niet, en na wat omzwervingen kwam ik wederom bij de scheppende kunst uit. Wat ik tijdens deze zoektocht leerde: kennis van technieken en materialen combineren met procesmatig maar spelenderwijs ideeën ontwikkelen. En de studie van cultuurwetenschappen bleek een grote generator van inspiratie te zijn, waar eerst beperkte ideeën ontstonden kon ik nu putten uit de wetenschappelijke bronnen die ik leerde vinden aan de universiteit. Met deze werktuigen ontwikkelde ik assemblage als mijn voornaamste techniek, een uitingsvorm waarbij intuïtief en op een organische manier werk ontstaat. Waarbij vakkennis van verbindingen en materiaal het geheel bij elkaar helpt te houden. En tijdens het proces vormen kennis en onderzoek het kader en concept van de werken.
Leren door te leven, spelenderwijs ontdekken en falen in het vinden van één waarheid leidde tot het kijken met nieuwe ogen. Tot Faalspelingen: herkenbare vormen als werktuigen, relieken, wapens en sieraden falen in het vervullen van de functie die er verwacht wordt, maar dienen een ander doel: dat van het spel van creëren en beschouwen.












